We beginnen met de drie fundamenten van toegangsbeheer, bekend als de drie W’s: “Wie”, “Wanneer”, en “Waar”.
1. Who (Wie)
Stel je voor dat je voor een geavanceerde deur staat die enkel opent als je kunt bewijzen wie je bent. Dit is het terrein van “Wie”. Het vaststellen van identiteit is de eerste en meest kritieke stap. Of het nu gaat om een vingerafdruk, een toegangspas, of gezichtsherkenning, deze fase zorgt ervoor dat alleen geautoriseerde personen toegang krijgen. Het is alsof de deur zegt: “Toon aan dat jij het echt bent, dan mag je verder.”
2. When (Wanneer)
De factor tijd is cruciaal in toegangsbeheer. Het bepaalt of je al dan niet toegang krijgt op specifieke momenten. Dit kan betekenen dat werknemers alleen tijdens kantooruren toegang hebben, of dat schoonmakers juist na sluitingstijd binnen kunnen.
3. Where (Waar)
De bepaling van de locatie wijst de weg binnen een gebouw of systeem, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen toegestane en niet-toegestane zones. Het maakt onderscheid tussen wie bijvoorbeeld wel in de serverruimte mag komen en wie alleen in de lobby mag wachten. Deze stap zorgt ervoor dat iedereen precies daar is waar ze moeten zijn, veilig en wel.
Deze drie W’s leggen de basis voor een solide beveiligingsstrategie. Maar er is meer mogelijk binnen het domein van toegangscontrole: